Er zijn, naast het reguliere onderwijs, veel verschillende onderwijsvormen in ons land. Bij het kiezen van de juiste school voor jouw kind, is het fijn om te weten wat de verschillende onderwijsvormen inhouden. Een blog als deze kan niet alles benoemen. Het is een hele studie om alle voorkomende onderwijsvormen in kaart te brengen. Ik licht hieronder een viertal onderwijsvormen toe. Spreekt één ervan je aan? Dan kun je vervolgens op het internet op zoek naar een school in jouw buurt die deze vorm aanbiedt. Op de website van de school en met name in de schoolgids lees je meer over hoe het onderwijs op die specifieke school is ingericht.
Daltononderwijs
‘Vrijheid’ en ‘samenwerking’. Deze twee uitgangspunten vormen de basis van het Daltononderwijs dat vanaf 1904 door een Amerikaanse leerkracht, Helen Parkhust, is ontwikkeld. In het hedendaagse Daltononderwijs krijgen leerlingen keuzevrijheid uit een beperkte lijst met mogelijkheden in schoolvakken. Kinderen leren om verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Dit wordt vanaf groep 1 langzaamaan uitgebouwd. De leerlingen leren zelf taken indelen en plannen. Hierdoor kunnen zij in hun eigen tempo leren. Ook samenwerken met medeleerlingen staat centraal in deze onderwijsvorm. Kinderen leren met en van elkaar waardoor wederzijds respect groeit.
Jenaplanonderwijs
In het Jenaplanonderwijs wordt niet gewerkt in traditionele leerjaargroepen, maar in stamgroepen. Zo’n stamgroep bevat een mengeling van leerlingen uit meerdere leerjaren. In de verwerking en registratie van de leerstof wordt wel onderscheid gemaakt tussen die leerjaren. Het werken in een groep en presteren als groep is belangrijk binnen het Jenaplanonderwijs. Er is veel aandacht voor vieringen en spelen. Kenmerkend voor het Jenaplanonderwijs is het werken op projectbasis. Dit maakt dat er voor de leerlingen veel ruimte is om creativiteit te benutten en in groepsverband samen te werken. Ook wordt er aan ‘weektaken’ gewerkt. Leerlingen krijgen zo bijvoorbeeld reken- of taaltaken die zij inplannen en aan het einde van een week af moeten hebben.
Montessorionderwijs
Maria Montessori, waarnaar het Montessorionderwijs is genoemd, ging ervan uit dat er in elk kind een enorme drang is. Deze drang maakt dat een kind vanuit zichzelf gemotiveerd is om te ontwikkelen en te leren. Op welke gebieden een kind interesse toont, is heel verschillend per kind maar ook per ontwikkelingsfase. De taak van de leerkracht is om goed te bekijken welke behoeftes en interesses een kind heeft en om daarop in te spelen. Een kind moet de kans krijgen om bezig te gaan met dat wat hem of haar in een bepaalde periode interesseert. Volgens Maria Montessori zal een leerling op dat moment gevoelig zijn om een bepaalde functie intensief te ontwikkelen. ‘Leer mij het zelf te doen,’ is een gevleugelde uitspraak binnen het Montessorionderwijs.
Leerlingen werken individueel of in kleine groepjes met materiaal dat zij zelf kiezen. De leerkracht observeert om erachter te komen wat de kinderen nodig hebben. Hij of zij zorgt vervolgens dat de kinderen het juiste materiaal krijgen. Er is speciaal Montessorimateriaal, afgestemd op de leeftijd van de kinderen. Het materiaal is zo ontwikkeld dat kinderen het zelf merken als ze een fout maken en dat zij dit dan kunnen herstellen. Verder is het zo gemaakt dat kinderen steeds één vaardigheid tegelijk oefenen.
Vrijeschoolonderwijs
De grondlegger van deze vorm van onderwijs is de antroposoof Rudolph Steiner. Uitgangspunt is dat aangesloten wordt bij de ontwikkelfase die een kind doormaakt. De term ‘vrij’ wil niet zeggen dat kinderen vrij zijn in het bepalen van wat ze leren. Steiner ging ervan uit dat elk kind gemotiveerd is om te leren, maar dat iedereen een unieke ontwikkeling doormaakt. De taak van het onderwijs is om daarbij aan te sluiten. Verder ging Steiner uit van verschillende ontwikkelingsfases. Jonge kinderen leren hun lichaam gebruiken. Vanaf zeven jaar is er meer gevoelsbeleving en worden meningen gevormd. En vanaf 14 jaar kan een kind zelf leren nadenken en oordelen, volgens de fases van het vrijeschoolonderwijs.
De vrijeschool biedt kinderen onderwijs op maat per individu, maar ook samenwerking vormt een belangrijk deel van het onderwijs.
Kinderen zitten bij leeftijdsgenoten in de klas en blijven de hele basisschool in dezelfde groep. Ook de leerkracht gaat in principe mee naar elk nieuw leerjaar. Zo worden leerlingen en de leerkracht een hecht team met elkaar.
Sta je op het punt om een keuze te maken voor een (nieuwe) basisschool? Lees dan ook mijn blog: Hoe kies je een basisschool?
Heb je na het lezen van dit blog nog vragen? Neem gerust contact op. Ik help jou en je kind graag blij door de basisschool!