Waarom is klokkijken toch zo moeilijk?

Sommige kinderen hebben de klok in korte tijd helemaal door en voor andere kinderen blijft het maar een struikelblok. Hoe komt het toch dat die klok voor zoveel problemen zorgt?
Een klok is een behoorlijk complex ding. Het lijkt eenvoudig: één cirkel, 12 cijfers, twee wijzers. Maar de interpretatiemogelijkheden maken het geheel ingewikkeld. De kleine wijzer geeft de uren aan. Toch? Maar als de kleine wijzer tussen twee cijfers in staat, dan moet je maar begrijpen welk van de twee je nu moet noemen. En dan de grote wijzer. Als die een cijfer aanwijst, moet je dat juist niet noemen. Ineens moet je met sprongen van vijf kunnen tellen en ook nog begrijpen wanneer je ‘voor’ en ‘over’ moet zeggen. Oh ja… behalve als de grote wijzer op de tien staat, dan zeg je ook ‘tien’ en moet je alleen nog onthouden dat het ‘tien voor’ is. Best begrijpelijk dus, dat veel kinderen het moeilijk vinden. Heeft jouw kind er ook problemen mee? Dat wordt vanaf nu verleden tijd. Ik leg je uit hoe je jouw kind kunt leren klokkijken.

Wat moet je kind allemaal kennen en kunnen om te leren klokkijken?

Voordat je begint met klokkijken oefenen, is het belangrijk om te checken of je kind de basisvoorwaarden voor het klokkijken beheerst. Zo niet dan is het raadzaam om eerst die basisvoorwaarden te oefenen. Dit voorkomt frustratie.

Basisvoorwaarden die je kind moet beheersen voordat je aan het klokkijken kunt beginnen zijn:
– De cijfers van 1 tot en met 12 herkennen en kunnen benoemen
– Met sprongen van vijf kunnen tellen
– Een cirkel in kwarten kunnen verdelen
– De termen ‘half’ en ‘kwart’ begrijpen
– Weten wat rechtsomdraaien (‘Met de klok mee’) inhoudt
– De termen ‘voor’ en ‘over’ begrijpen in de betekenis van: ‘het is nog niet zo ver… het is er nog voor’ en ‘het is er al overheen’.

Als deze basisvoorwaarden goed zitten, kan het leerproces met de klok starten. De verschillende functies van de kleine en de grote wijzer moeten worden aangeleerd en ingeoefend.

Zo leer je het klokkijken aan

Eerst de kleine wijzer, dan de grote

Het is best verwarrend dat de grote en de kleine wijzer zich in één klok bevinden, maar allebei op een heel andere manier afgelezen moeten worden. Het is dan ook raadzaam om beide wijzers apart van elkaar te oefenen. In het boekje ‘De grote en de kleine wijze‘ wordt eerst de kleine wijzer geïntroduceerd. Pas als de functie van de kleine wijzer helder is, komt de grote wijzer om de hoek kijken. In principe kan met alleen de kleine wijzer behoorlijk nauwkeurig de tijd worden afgelezen. Het is goed om dit te oefenen, zodat de functie van de kleine wijzer helder wordt voor je kind.

Gebruik een oefenklok

In plaats van werkbladen zorgt het oefenen met een concrete klok voor veel meer inzicht. Gebruik bijvoorbeeld een echte klok waar de batterij uitgehaald is. Als je dan aan het wieltje draait om de tijd te verzetten, draaien de kleine en de grote wijzer in de juiste verhouding mee. Wil je het heel grondig aanpakken, dan koop je drie klokken en sloop je bij de ene klok de kleine wijzer eruit en bij de andere de grote wijzer, zodat je met één van beide wijzers tegelijk kunt oefenen. Laat ook één klok heel, zodat je daarop de tijden met beide wijzers kunt worden.

Klok opdelen in kwarten

Wanneer met de grote wijzer geoefend wordt, is het handig om de klok op te delen in vier kwarten. Geef ze elk een eigen kleur en schrijf in elk kwart de term die daar aan de orde is: over, voor half, over half en voor.

Afbeelding uit het boek ‘De grote en de kleine wijze’

Heb je geen oefenklok waarop je kunt of wilt kleuren en schrijven, download dan deze papieren versie hieronder, behorend bij het boek ‘De grote en de kleine wijze‘.

Deze papieren versie kan steeds als naslag/spiekversie gebruikt worden naast een ’echte’ oefenklok. Of, als je geen oefenklok voorhanden hebt, kan met deze versie worden geoefend. Knip de wijzers uit en bevestig ze met een splitpen in de klok. Let er steeds op dat je bij het verzetten van de klok zowel de grote als de kleine wijzer correct laat voortbewegen.

Per kwartier opbouwen

Begin met het oefenen van het eerste kwartier.  Bouw dit rustig op. Steeds als een bepaald kwartier wordt beheerst, kan worden doorgegaan met een volgend kwartier. Dus oefen eerst vijf over een heel uur, tien over en kwart over. Herhaal dit de volgende dag en dagen net zolang tot het bijna vanzelf gaat. Voeg dan het volgende kwartier toe en blijf het eerste kwartier herhalen. Zo bouw je de tijden uit tot je de hele klok hebt gehad.

Oefen de klok rond

Is de functie van de kleine en de grote wijzer helder? Zijn alle kwartieren uitgebreid behandeld en ingeoefend? Dan oefen je ‘de klok rond’. Dat gaat als volgt: zet de oefenklok op een heel uur, bijvoorbeeld vier uur. Laat je kind benoemen hoe laat het is. Verzet de grote wijzer nu steeds vijf minuten en laat je kind de tijd benoemen. Maak daarbij gebruik van de gekleurde kwartieren met de juiste termen erin. Door de grote wijzer steeds vijf minuten te verschuiven, komen alle tijden aan bod. Tegelijk ziet je kind hoe een klok daadwerkelijk beweegt. De wijzer beweegt steeds in de juiste richting met de klok mee. Door een heel uur als begin en eindpunt te zien, wordt het langzaam aan logischer voor je kind, dat we het eerste kwartier ‘over’ noemen, het volgende kwartier ‘voor half’ en zo verder.

Oefen in kleine porties

Tien minuten tot een kwartiertje per dag
Het inoefenen van de klok kan behoorlijk saai zijn, zeker als je kind het moeilijk vindt. Oefen daarom niet te lang aan één stuk door. Dit kan wel verleidelijk zijn, doordat je misschien het liefst al die verschillende functies en onderdelen in één keer aan wilt bieden. In kleine porties maak je het echter meer behapbaar. Herhaal elke dag even wat je de vorige dag hebt aangeboden en ga dan weer verder met oefenen.

Alle tijden door elkaar oefenen

Lukt het goed om alle tijden ‘de klok rond’ te benoemen? Oefen dan de kloktijden ook door elkaar. Als het goed is, heeft je kind inmiddels goed zicht gekregen in de structuur van de klok en de richting waarin de wijzers bewegen. Als het nu ook nog lukt om al deze tijden door elkaar heen correct te benoemen, dan is je kind de klok helemaal de baas.

De grote en de kleine wijze

In dit blog wordt verwezen naar ‘De grote en de kleine wijze’. In dit boek gaat het over een kleine en een grote wijze. Ze klimmen samen in de kerktoren van het dorp om de bewoners te laten weten hoe laat het is. Het verhaal  helpt kinderen om de analoge klok te doorgronden. Ik heb het verhaal geschreven en het is geïllustreerd door Lindi Melse. Je kunt het hier bestellen.

Heb je na het lezen van dit blog nog vragen? Neem gerust contact op. Ik help jou en je kind graag blij door de basisschool!