Onze Nederlandse taal zit vol met moeilijke woorden. Het is dan ook niet gek dat veel kinderen spelling moeilijk vinden. Hoe kun je als ouder bijdragen aan het oefenproces? In dit blog leg ik je uit hoe je op een effectieve manier woorden kunt oefenen met je kind.

Woorden oefenen

Woorden overschrijven lijkt misschien een effectieve manier van spelling oefenen. Toch kan een kind woorden overschrijven zonder daar daadwerkelijk veel van op te slaan. Bijna gedachteloos steeds een letter bekijken en die overpennen, maakt dat er geen woordbeeld (beeld van hoe het woord eruitziet) wordt opgeslagen in het geheugen. Natuurlijk zijn er ook kinderen die zich tijdens het schrijven sterk bewust zijn van het feit dat ze dat hele woord ook moeten onthouden. Dan is het al een stuk effectiever. Maar de meeste kinderen zullen extra ondersteuning nodig hebben.

Regels versus inprenten

Bij het leren van spellingwoorden zijn twee verschillende aspecten essentieel. De eerste is dat kinderen regels en spellingcategorieën moeten leren herkennen en toepassen. Zo hebben we bijvoorbeeld de spellingcategorie van woorden die eindigen op het stukje ‘-lijk’ zoals het woord ‘vrolijk’. Als kinderen weten dat er woorden bestaan die eindigen op een stukje dat klinkt als ‘luk’ maar dat je schrijft als ‘lijk’, maakt dat het onthouden van deze woorden al een stuk eenvoudiger. Het tweede aspect dat het leren van spelling tot een succes maakt, is inprenten. Behalve het leren herkennen en toepassen van spellingcategorieën is het nodig dat kinderen woordbeelden in hun geheugen opslaan. Bij sommige kinderen gaat dit bijna automatisch. Zij lezen woorden in boeken of op een andere plek en het woordbeeld zit er bij hen in. Maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Inprenten is daarom belangrijk.

Effectief inprenten

Uit onderzoek blijkt dat de volgende stappen zeer effectief zijn voor het inprenten van woorden:

  • Luisteren en denken
  • Kijken
  • Regels en afspraken
  • Opschrijven
  • Controleren

Stap 1: Luisteren en denken

De eerste stap voor het effectief inprenten van woorden is het luisteren naar het woord. Hiervoor is een begeleider nodig die het in te prenten woord aan de leerling voorleest. Die begeleider kan een leerkracht of ouder zijn, maar ook een leeftijdsgenoot kan deze rol prima op zich nemen. Nadat het in te prenten woord is voorgelezen, denkt de leerling aan dit woord. Hij of zij probeert het woord als het ware voor zich te zien.

Stap 2: Kijken

Als de leerling een beeld heeft gevormd van het woord, mag hij of zij kijken naar het voorbeeldwoord. De begeleider laat de juiste schrijfwijze zien. Doordat de leerling al heeft nagedacht over het woord, ontstaat er een actief denkproces. Als een deel van het woord nog niet goed in het geheugen zat, kan dat op dit moment worden gecorrigeerd. De leerling neemt het juiste woordbeeld in het hoofd over.

Stap 3: Regels en afspraken

Terwijl de leerling naar het juiste woordbeeld kijkt, benoemt hij of zij waar bij dit woord op gelet moet worden. In het voorbeeld van het woord ‘vrolijk’ zal de leerling misschien benoemen: ‘Ik hoor een /oo/ aan het einde van de klankgroep, dus ik schrijf maar één teken. En ik hoor /luk/ maar ik schrijf ‘lijk’.’ Door dit nadrukkelijk te benoemen, denkt de leerling opnieuw actief na over de schrijfwijze.

Stap 4: Opschrijven

Als de leerling het voorbeeld heeft gezien en daarbij heeft benoemd wat belangrijk is om op te letten, wordt het voorbeeldwoord weggehaald. De leerling schrijft het woord nu uit het hoofd op.
Sommige ouders vragen mij waarom de leerling niet al bij stap één het woord moet opschrijven. Het antwoord is als volgt: Als de leerling het woord nog niet geoefend heeft maar wel opschrijft, dan prent hij of zij op dat moment misschien wel een fout woordbeeld in. Door er alleen maar aan te denken en vervolgens direct naar het juiste woordbeeld te kijken en daarover te praten, ontneem je je kind de kans om een fout woordbeeld in te slijpen.

Stap 5: Controleren

Nadat het woord is opgeschreven, krijgt de leerling opnieuw het juiste woord te zien. Dit mag vergeleken worden met het geschreven woord. Klopt het? Je kind mag benoemen wat er goed aan is, zodat opnieuw de belangrijke aspecten worden ingeprent: ‘Ik heb het woord met één /oo/ geschreven omdat ik een lange klank aan het einde van de klankgroep hoorde. Ik heb ook ‘lijk’ geschreven waar ik /luk/ hoorde. Ja, ik heb het goed gedaan.’

Op deze manier woorden oefenen, is zeer effectief! Als de woorden geoefend zijn, kunnen ze vervolgens ter controle als een dictee worden herhaald. Dan schrijft de leerling wél direct elk woord op dat wordt benoemd.

Stappenplan voor het schrijven van woorden

Tijdens een dictee of op andere momenten waarop kinderen schrijven, is het belangrijk dat ze zich bewustzijn van de bijzonderheden (spellingregels en –categorieën) binnen de woorden. Zo’n bewustwordingsproces moet worden aangeleerd. Ik vertel je er volgende week meer over in mijn blog: ‘Correct spellen doe je zo.’

Heb je na het lezen van dit blog nog vragen? Neem gerust contact op. Ik help jou en je kind graag blij door de basisschool!