Onderwijsleeftijd
Didactische leeftijd
Een andere manier om een score uit te drukken is de didactische leeftijd. Didactisch betekent ‘lerend’ of ‘onderwijzend’ en komt van het woord didactiek. Vanaf groep 3 rekenen we voor elk schooljaar 10 onderwijsmaanden. We zeggen dat een leerling aan het einde van groep 3 een didactische leeftijd heeft van 10. Halverwege groep 4 is de didactische leeftijd 15. We kunnen een toetsresultaat vergelijken met deze didactische leeftijd.
Didactische leeftijdsequivalent
De niet-methodegebonden toetsen geven een score die duidelijk maakt bij welke onderwijsleeftijd het resultaat past. Zo kan een leerling halverwege groep 4 een didactische leeftijd van 15 hebben, en op de toets een score halen die past bij de didactische leeftijd van 10. Die score noemen we de didactische leeftijdsequivalent (DLE), wat zoveel wil zeggen als ‘de vergelijkbare onderwijsleeftijd’. Door de DLE te vergelijken met de DL, kun je snel vaststellen of een leerling een voorsprong of een achterstand heeft. Let wel, ook hier is de kanttekening die ik eerder schetste (in de toelichting op niveaus) van toepassing. De didactische leeftijd is wél een mooi gegeven om groei in beeld te brengen.
Voorbeeld:
Een leerling in midden groep 5 (met een didactische leeftijd van 25) scoort op de niet-methodegebonden begrijpend lezen toets een DLE van 18. Het gaat om een leerling van wie op basis van het algehele profiel verwacht wordt dat de leerling mee zou moeten kunnen komen met het gemiddelde. Er wordt een periode intensief met deze leerling gewerkt aan begrijpend lezen. Op de niet-methodegebonden toets eind groep 5, scoort de leerling een DLE van 26. De didactische leeftijd van de leerling is op dat moment 30. De leerling heeft dan in een periode van vijf onderwijsmaanden een groei van acht onderwijsmaanden doorgemaakt. Dat is winst die door middel van de DLE goed inzichtelijk kan worden gemaakt.
Klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst van ‘Wat betekent het toetsresultaat voor jouw kind’?