Voordoen, samen doen, zelf doen

Kinderen leren voortdurend nieuwe dingen. Sommige zaken gaan heel bewust en van andere heeft je kind het nauwelijks in de gaten. Voor vaardigheden die je kind heel bewust leert, moet soms hard worden geoefend. In sommige gevallen werk jij als ouder ook heel hard mee om je kind iets aan te leren.
Wat is de manier? Hoe leer je je kind iets aan? Ik geef je de formule.
Die is:
– Doe het voor
– Doe het samen
– Laat je kind het zelf doen

Zo leer je jouw kind elke nieuwe vaardigheid

Doe het voor

Voorbeeldgedrag

Een goed voorbeeld doet goed volgen. Zo heeft je kind bijvoorbeeld leren praten. Jij praatte en iedereen in de omgeving praatte. Zonder daar nu eens bewust bij stil te staan, is je kind ook gaan praten. Jij pakt een vork om je eten op te prikken en in je mond te stoppen. Anderen doen dat ook. Je kind heeft het gezien en is het ook gaan doen. Ook voor meer ingewikkelde zaken, is het voorbeeld de eerste stap tot leren. Neem bijvoorbeeld lezen: kinderen die opgroeien in een omgeving waar veel boeken worden gelezen, pakken veel sneller uit zichzelf een boek. Ze kopiëren het voorbeeldgedrag.

De nieuwe vaardigheid

Denk nu eens aan de vaardigheid die jij je kind wilt aanleren. Welke stappen moeten er worden gezet om die vaardigheid toe te kunnen passen? Begin met de eerste stap en doe die voor. Laat het zien en vertel hoe je het doet. Doe het rustig en laat je kind meekijken zonder daar nog veel voor terug te verwachten.

Doe het samen

Stimuleren

Nadat je kind heeft gezien hoe het moet, volgt de fase om het ook te gaan proberen. Maar niet direct helemaal alleen. Als ouder help je waar nodig. Je doet het nog eens voor. Je stelt vragen om aan te sporen: ‘Weet je nog wat er nu komt?’ En je geeft complimenten: ‘Het lukt je al steeds beter!’ ‘Doordat jij zo goed doorzet, kom je er wel.’
Je laat merken dat fouten erbij horen. Dus zeg niet: ‘Nou, dat ging nog niet zo goed hè?’ of ‘Lukt het je nu nog steeds niet?’. Maar zeg: ‘Ik zie dat het al beter lukt dan de vorige keer.’ Zo stimuleer je je kind om door te zetten met het oefenen. En vraag: ‘Heb je gemerkt waardoor het nu al beter lukte?’ Zo schrijf je het succes aan je kind toe.

Steeds wat meer loslaten

De mate waarin je je kind helpt met de nieuwe vaardigheid is afhankelijk van wat er geleerd wordt. Ook de mate waarin je kind het oppakt speelt mee. Het is een beetje aftasten. Sommige kinderen geven zelf al snel aan: ‘Ik wil het alleen doen’. Andere willen juist graag dat jij zoveel mogelijk van hen overneemt. In het eerste geval moet je soms toch even ingrijpen. In het andere geval kan het nodig zijn om juist wat meer verantwoordelijkheid bij het kind te leggen.
Het helpt om in gedachten te houden dat je uiteindelijk naar het derde deel van de formule wilt: Het moment waarop je kind jouw hulp niet nodig heeft en het zelf goed kan. Je moet de begeleiding dus steeds iets meer loslaten.

Laat je kind het zelf doen

Nadat je het samen oefenen hebt afgebouwd, breekt het moment aan waarop je kind het zonder jou kan. Jij hebt het voorgedaan. Je hebt samen geoefend en bijgestuurd waar dat nodig was. Je hebt bij het samen oefenen gezien dat je uiteindelijk niet meer hoefde in te grijpen. Je hoefde alleen nog maar toe te kijken en je kon complimenten geven omdat het al zo goed lukte. Dan is je kind er klaar voor om het alleen te doen. Het is goed om je kind die ruimte te geven. Dus neem afstand en laat je kind met rust. Zo geef je het vertrouwen: Jij kunt dit zelf! En als je kind dan trots komt laten zien: ‘Kijk eens! Het is me gelukt!’ Dan ben jij weer aan zet: tijd om het succes te vieren!

Heb je na het lezen van dit blog nog vragen? Neem gerust contact op. Ik help jou en je kind graag blij door de basisschool!